De buitenvrouw
Joost Zwagerman

Op het Westfries College in Hoorn wordt Iris Pompier aangesteld als gymlerares. Iris is geboren in Paramaribo en opgegroeid in de Bijlmermeer. Haar verschijning zorgt voor lichte beroering onder de overwegend blanke leerlingen. Zwarte mensen, daar leer je over en niet van, is het onuitgesproken idee waarmee zij zijn opgevoed. Iris krijgt een affaire met een van haar collega’s: Theo Altena, dertiger, leraar Nederlands, gelukkig getrouwd, en woonachtig in een nieuwbouwwijk in Alkmaar. Voorheen niet bepaald geëngageerd, raakt Theo gespitst op iedere mogelijk blijk van sluimerend racisme, van zijn leerlingen, zijn schoonfamilie, zijn buren. Zijn waakzaamheid verandert stukje bij beetje in fixatie, die hij zijn vrouw niet kan verklaren en die zijn minnares hem blijkt aan te rekenen. De buitenvrouw behandelt niet alleen moedwil en misverstand in de multiculturele samenleving maar geeft ook een navrant beeld van het voortgezet onderwijs, waar eens bevlogen leraren zich geplaatst zien tegenover de toenemende desinteresse van de ‘Nintendo-generatie’. Maar vooral voegt Joost Zwagerman met De buitenvrouw weer een facet toe aan het thema dat sinds zijn debuut De houdgreep in zijn boeken terugkeert: de onmogelijke liefde, ditmaal vervat in een authentieke huwelijksroman.