Samater is geboren met zes vingers aan elke hand. Dat maakt hem een buitenbeentje in zijn gemeenschap. Door hard te werken en zich nergens iets van aan te trekken weet hij het te brengen tot generaal in het leger. De burgeroorlog dwingt het generaalsgezin Afrika te ontvluchten. Via een mensensmokkelaar komen ze in Nederland, waar ze moeten vechten voor een nieuwe bestaan.