De getrouwde monnik
Arie de Ruiter

Wat doe je, als je als jonge monnik heel bewust voor het celibatair geestelijk leven hebt gekozen en je wordt op slag verliefd op de mooie Beatrijs. Je komt in een tweestrijd terecht waar je niet uit lijkt te kunnen komen. Dit overkomt Norbert, een jonge geestelijke die ongeveer in het midden van de 14de eeuw leeft. Hij wordt voor een half jaar verbannen uit het klooster en krijgt de opdracht mee om kennis te maken met het burgerlijk leven en dan te kiezen over de richting die hij uit wil gaan. Onbekend met het burgerlijk leven – hij is als weeskind in het klooster opgevoed – valt hij van de ene verbazing in de andere. Ziekte en armoede, honger en dood, angst voor God, duivel en hel leggen een bijna ondraaglijke last op de schouders van vele stedelingen. Daarbij komt nog eens dat er geen kerk, geen pastoor en geen parochie in de stad is, en dat de dijk aan de rivier in zo’n erbarmelijke staat verkeert, dat ‘ie elk moment kan doorbreken. Als hij tenslotte verslag van zijn bevindingen uitbrengt, vraagt en krijgt hij de opdracht om in de stad een kerk te bouwen, de dijk te versterken en de mensen geestelijke ondersteuning te geven. Zo begint hij aan een jarenlang project; een gigantische opdracht die hij alleen maar kan uitvoeren, omdat er altijd iemand achter hem staat die hem constant aanmoedigt om er mee door te gaan: Beatrijs. De middeleeuwen. Een periode met een in onze ogen dubbele moraal, waar intense angsten worden afgewisseld met uitzinnige uitingen van vreugde. Waar geloof en bijgeloof, liefde en haat, kuisheid en liederlijkheid soms ingewikkeld met elkaar verweven zijn. Norbert nodigt u van harte uit om een deel van zijn leven met hem mee te lopen; hij zal u graag kennis laten nemen van de leef- en denkwereld van hem en zijn tijdgenoten. Reeds na enkele bladzijden zult u zich midden in de middeleeuwen wanen.