Een hemel van fluweel
Hanneke de Klerck

“De maand van het bed,” herhaalde hij. Over een week begon de maand van het bed. Hij lachte.
“Zoiets verzin ik niet zelf.” Maar het was een mooie gelegenheid, een mooie aanleiding voor een etalage.
Hij zocht iemand die een week, een paar weken, liefst eenmaand in de etalage van Kloos en Malters zou willen liggen. Overdag, maar ook, dat was het probleem, ‘s nachts.

Josje slijt haar leven in bed.
Ze keert haar tragische herinneringen de rug toe en slaapt, lang en diep.
Pas tijdens haar verblijf in een luxe warenhuis, war ze een baantje als levende etalagepop heeft geaccepteerd, lijkt haar leven weet wat kleur te krijgen.
Ze koestert zich in de aandacht van de etaleur die haar aan het werk heeft geholpen.
En ze ontmoet het jongetje Daniël, dat haar voorleest terwijl ze in de etalage ligt, en dat ze toe-eigent alsof het haar kind was. In Josjes schemerwereld spreekt het vanzelf dat de kleine jongen en de etaleur haar de geborgenheid kunnen geven waarnaar ze hartstochtelijk verlangt.