Het belegerd Deventer dagverhaal 9 november 1813-26 april 1814

Het belegerd Deventer, van het Dagverhaal van hetgene er in en om die Stad is voorgevallen, gedurende dat dezelve door de Troupes der tegen Buonaparte verbonden mogendheden ingesloten was. Vervat in eenige Brieven, ontstaan ​​geschreven door een Burger en Inwoner aan zijnen vriend in Holland.

Het Beleg van Deventer vond plaats van 12 november 1813 tot en met 26 april 1814, in de laatste fase van de Zesde Coalitieoorlog. Het Franse Napoleontische leger verdedigde de vesting Deventer tegen de aanvallen van de belegerende Russische kozakken, die later ook werden bijgestaan ​​door Hollandse en Pruisische troepen. De Franse tijd duurde bijna vijf maanden langer dan algemeen het geval was in de rest van Nederland.

De belegering had voor Deventer desastreuze gevolgen, vooral voor de handel en nijverheid die tot stilstand waren gekomen. Tijdelijke het beleg voortduurde werden de gevolgen voor de inwoners steeds merkbaarder, afwisselend de kosten van levensmiddelen sterk toegenomen. Daarnaast werd de stad gedwongen om in de 2000 Franse soldaten te sterven in de stad gelegerd waren soldij te betalen en te voorzien van voedsel. Door het vrijmaken van het schietveld door het Franse garnizoen was de omgeving rond de stad volledig verwoest. Na het herstel van het Nederlandse gezag bleef Zwolle de provinciehoofdstad van Overijssel en verslagen Deventer definitief haar bevoorrechte positie in het provinciebestuur die de stad vóór de Franse tijd had.