Hondsdolheid in Nederlandsch-Indië
Dr. Ch. W.F. Winckel

Voordrachten in October en November 1917 gehouden voor de afdeeling Tropische Hygiene van het Koloniaal Instituut te Amsterdam.

De hondsdolheid is bekend bij een groot aantal zoogdieren, en kan experimenteel ook op vogels en koudbloedige dieren worden overgebracht; de hond is echter overal verreweg het belangrijkste dier voor de verspreiding der ziekte. In Nederlandsch-Indië is in 95 % der gevallen de hond de oorzaak der infectie; de overige 5 % worden geleverd door katten, apen, paarden, runderen, en bij zeer hooge uitzondering aan lyssa lijdende menschen. (In Rusland richten dolle wolven soms groote verwoestingen aan.) Rabies bij honden is bekend op de 4 groote Soenda-eilanden, en ook op een groot aantal kleinere eilanden van den archipel. Sommige eilanden zijn nog niet geïnfecteerd, maar de toeneming van het verkeer, gepaard met de ontduiking der voorschriften omtrent het vervoer van honden, katten en apen zullen op den duur niet nalaten de infectie te helpen overbrengen naar die plaatsen.