Op 22 April 1944 werd de onderluitenant van de Staatspolitie Jannes Luitje Keijer, die belangrijk werk voor de SD verrichtte, door de illigaliteit gelikwideerd. In de daarop volgende repressaille sloeg de SD genadeloos toe. Zes mensen werden zonder vorm van proces doodgeschoten en zo’n honderdvijftig jonge mannen uit de gemeenten Bedum, Middelstum en Winsum werden gevangen genomen en naar concentratiekamp Amersfoort gebracht.
Drie maanden daarna werden ze op transport gezet naar zogenaamde Erziehungslager in Duitsland, deels in de omgeving van Braunschweig, deels nabij Leipzig. Dit lot deelden ze met gevangenen uit Beverwijk en Sliedrecht, die eveneens na aanslagen op N.S.B.’ers gearresteerd waren. Aan de hand van een aantal dagboeken geeft Harm R. Reinders destijds zelf op transport gezet, de lotgevallen weer van de Häftlinge in het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort en in de opvoedingskampen. De omstandigheden waaronder men twerk gesteld werd liepen zeer uiteen, sommigen troffen het redelijk, voor anderen deed hun situatie weinig onder voor die in een concentratiekamp. Honger, vermoeidheid, bombardementen en mishandeling eisten hun tol en velen keerden niet terug. Böhlen, Lippendorf, Peres, Zöschen, Schkopau, Grasleben, Walbeck en Braunschweig, het zijn namen die bij velen trieste herinneringen opwekken.
Aanslag en Represaille bevat tal van dagboekfragmenten, foto’s, interviews, rapporten en documenten. Ze geven een beeld van de grootste razzia in Noord-Nederland en haar gevolgen. Het boek schetst het leven in de Erziehungslager, kampen waarover tot dusver nog niet veel is gepubliceerd.