De ontwikkeling van de Amsterdamse petroleumhaven
H. Spiekman

Extra informatie

Staat

Goed

Titel

De ontwikkeling van de Amsterdamse petroleumhaven

Schrijver(s)

H. Spiekman

Uitgeverij

Nederlandsch Economisch-Historisch Archief

Publicatiedatum

1958

Aantal bladzijden

103

Genre

Geschiedenis, Amsterdam

EAN

N.V.T.

Geschiedenis van de Amsterdamse Petroleumhaven.

De opslag van petroleum binnen de stad was door het stadsbestuur verboden. De aanleiding was de weigering van de Amsterdamse vemen in 1862 om petroleum op te slaan vanwege het brandgevaar. Alleen op een veilige afstand van de stad mocht het worden opgeslagen.

De Petroleumhaven, die tegenwoordig in Westpoort ligt, werd in 1887-’89 ruim buiten de stad aangelegd. De haven lag aan de zuidelijke oever van het Noordzeekanaal, in de Amsterdammerpolder, een van de in 1872 drooggemaakte IJpolders, ten westen van de stad. De haven werd aangelegd in een hoefijzervormige, zodat bij een ongeval de ingang snel kon worden afgesloten. De olie zou dan niet in het IJkunnen stromen. In 1889 liep het eerste tankstoomschip de nieuwe haven binnen met 21.000 vaten aardolie.

De Amsterdamse Petroleumhaven Maatschappij (APM) verzorgde in de haven vanaf 1890 de op- en overslag van olieproducten. Deze had een monopoliepositie en hanteerde hoge tarieven. In 1891 besloot de grootste klant, Standard Oil Company, zelf opslagtanks te bouwen. APM ging enige jaren later failliet en de gemeente nam de bezittingen over.

Andere bedrijven waren Shell en de Deutschen Teerproducten Verein, terwijl later ook de Bataafsche Petroleum Maatschappij en de American Petroleum Company van Standard Oil Company zich hier vestigden. Rond 1920 werd de Westhaven aangelegd en lag de Petroleumhaven niet meer zo geïsoleerd.

Boek is voorzien van enkele uitvouwplaten.

9.95

Staat boek: Boek is in uitstekende staat, hardcover.

1 op voorraad

Waarom tweedehands boeken van boekenvinden.nl?