De Haagse School en de jonge Van Gogh

Toen Vincent van Gogh begin 1882 in Den Haag ging wonen, beleefde de Haagse School zijn hoogtijdagen. Dankzij de Haagse kunsthandel waren schilders als Jozef Israëls, de gebroeders Maris, Albert Neuhuys, Bernard Blommers en Anton Mauve internationale beroemdheden geworden. Van Gogh had in de Haagse kunsthandel van zijn oom gewerkt en zou nu na een reeks mislukkingen door zijn familielid Mauve worden klaargestoomd tot het lucratieve vak van aquarellist. Van Gogh had echter andere plannen en kwam al snel in conflict met de gevestigde Haagse kunstwereld. Hij wilde liever aangrijpende voorstellingen met werkende mensen schilderen. Toen hij ook nog ging samenwonen met een van zijn modellen, kwam het tot een breuk met zijn omgeving.
De Haagse School en de jonge Van Gogh geeft een overzicht van de tekeningen, aquarellen en schilderijen die Van Gogh in Den Haag maakte, maar ook van de meesters van de Haagse School die hij bewonderde. Aan de hand van historisch beeldmateriaal wordt het Haagse kunstleven opgeroepen, maar ook de stad waarin Van Gogh, zijn vrienden en zijn gevestigde collega’s werkten.