De besnijdenis
György Dalos

Een onvolledig joods gezin in Boedapest tijdens het communistische bewind heeft met verschillende problemen te kampen. Een continu-verhaal over Joden die lid zijn van een sekte die in Jezus gelooft. De hoofdpersonen zijn de bij elkaar wonende verweduwde grootmoeder, moeder en een zoon, Robi, die slechts in de weekenden thuis is en verder in een Joods weeshuis verblijft waar zich naast onderwijs en opvoeding de puberteitsproblemen afspelen. Bij het drietal bestaat geen generatiekloof, er is een horizontale binding: de moeder vertelt haar zoon dat ze een getrouwde vriend heeft, die in afwezigheid van oma met medeweten van de zoon komt vrijen, oma is leidster en factotum tegelijkertijd. Het drietal kampt met de gezondheid, leeft van de hand in de tand; er is een gemeenschappelijke zorg: de onderwijzer van het weeshuis dringt op Robi’s besnijdenis aan. De puber ziet een gecompliceerde maatschappij voor zich: ‘Joden, christenen, Hongaren en communisten’. De orthodoxie verliest het van het persoonlijke oordeel.