Menu
Menu
- Top kwaliteit tweedehands boeken
- Gratis verzending vanaf €30
- Veilig betalen met iDeal of Paypal
Jan van der Leest was autodidact. Zijn enige scholing als kunstenaar waren de jaren dat hij – een schooljongen nog- in het atelier van de Haagseschoolschilder Jacob (Jack) Hamel en diens vader Willem (eveneens kunstschilder) rondhing. Jacob Hamel (Kralingen 1890-1951 Den Haag) was opgeleid aan de Koninklijke Academie in Den Haag en exposeerde in Amsterdam, het Gooi en Den Haag, waar hij lid was van diverse kunstenaarsverenigingen. Hij had enige jaren een atelier op de Veluwe, waar Jan een deel van zijn jeugd doorbracht. Er volgt een periode van 12 ambachten en 13 ongelukken waarna hij verhuist naar Hengelo om bij Stork te werken als bankwerker.
Maar Jan schildert en hij doet dat steeds beter. Hij gebruikt zijn tekeningen en schilderijen als ruilmiddel en leert de plaatselijke schilders kennen. Hij komt in contact met Bob Stork- Daamen, die vanaf 1947 de Storkschilderclub leidt, en met Riemko Holtrop, die een centrale rol speelt in het naoorlogs kunstleven. En in 1954, als de Sociale Dienst van de Gemeente Hengelo de nieuwe wettelijke regeling voor kunstenaars, de zogenaamde Contraprestatieregeling (schilderijen voor uitkering) gaat uitvoeren, zijn het Theo Wolvecamp en Jan van der Leest die in aanmerking komen. De Gemeentelijke collectie kan nu dan ook over 74 kunstwerken van Jan van der Leest beschikken. Ook daarbuiten heeft het werk zijn weg gevonden. Een oproep in de krant bij de voorbereiding van tentoonstelling en boek in 2005 leverde 113 meldingen van tekeningen, grafiek en schilderijen van zijn hand op.
Dat zijn veelal stadsgezichten van pittoreske hoekjes in Hengelo en omgeving. Maar vooral in de omgeving van het station. Jan van der Leest was dol op tunnels, bruggen, spoordijken, emplacementen en treinen. Hij schildert ze, bij voorkeur in de sneeuw. Hij zoekt de sfeer van ruimte, reizen en vrijheid. Hij ging ook regelmatig op zwerftocht. Liftte met de vrachtrijder of met de met veel Hengelose kunstenaars bevriende Bocholtse fotograaf Fritz Pitz, die voor zijn opdrachten vaak naar Parijs moest. Zijn verfbehandeling is virtuoos en vrij en het was met name Theo Wolvecamp, die zijn bewondering daarvoor niet onder stoelen of banken stak. Zij waren ‘atelierburen’ en wisten elkaar tussen verf en linnen regelmatig te vinden. Jan heeft ongetwijfeld veel van Theo opgestoken over de artistieke dromen en idealen van de moderne schilders en over het kunstenaarsleven in Parijs.
€7.95
1 op voorraad
Bekijk ook deze eens