De hemel; over de ruimtelijkheid van God
Dr. G.C. van Niftrik

Een somatische studie.

In de bijbel is overvloedig sprake van de hemel, de hemelen en het koninkrijk der hemelen. Kan dat nog iets betekenen voor christenen uit het tijdperk van de ruimtevaart? Aan de beantwoording van die vraag is dit boek gewijd. Het gaat er niet om op apologetische wijze kinderlijke en primitieve voorstellingen, die verouderd zijn, toch nog te ‘redden’, maar om duidelijk te maken, dat met die ‘primitieve’ voorstellingen over de hemel iets zeer wezenlijks wordt aangewezen, en ook om te waarschuwen voor het gevaar, dat in de huidige theologie met het badwater ook het kind wordt weggeworpen. De schrijver wil uiteenzetten, dat een modern christen zich niet hoeft te generen wanneer hij de hemel verwacht. Hij weet thans, dat alle voorstellingen over de hemel vruchten zijn van vrome fantasie. Die fantasie heeft er echter niet op los gefantaseerd, maar heeft op gelovige wijze willen zeggen, dat er in God ‘ruimte’ is voor de mens en dat God nu en straks ruimte voor de mens heeft en zal hebben, omdat God zelf ruimtelijk is. Die liefdevolle ruimtelijkheid Gods is de hemel.